Acht leerlingen van de Franciscusschool in Wolvega en acht bewoners van verpleegafdeling Lindestede boetseren samen aan een voorjaarsbeeld, onder leiding van Birgit. Kijk en lees op het blog van Birgit Speulman wat deze jonge en oude kunstenaars beleven.
Categorie: Verslagen
Verslagen van onze lessen, projecten, workshops en cursussen in het onderwijs aan kinderen en volwassenen, op school, in het atelier of op locatie.
“Wielewappers”
25 scholen doen mee aan het project van de Veerkieker – erfgoededucatie voor het basisonderwijs in Oost- en Weststellingwerf.
28 Leerlingen (groep 7) van CBS In de Kring uit Oosterwolde waren vorige week de eersten om het experiment aan te gaan.
Wel drie uur!
“Dit is de leukste les ooit”,
“Maar ik wil nog dóórgaan”,
“Ja! Ik wil later vlechter worden”.
De ‘Wielewappers’ van Groep 7 van Obs Tuindorp uit Wolvega.
Obs De Heidepolle:
Niemand weet, niemand weet…
Van Nature
Vanmorgen de eerste van 3 kunstlessen. 22 Kinderen van groep 5/6.
Op het thema VAN NATURE voor Open Stal.
_____________________________________________________________
VAN NATURE is hij een kijkbeest dat onvermoede potentiële materialen omtovert in verhalende sculpturen. Niemand weet, niemand weet… Misschien was Prins eerst kikker. Afval herschept hij tot Bloemfontein, als een duistere variant van de creaties in De Tuin der Lusten van Jeroen Bosch. Ook de andere figuranten, zoals de Valsspeler, Spotvogel en het Narrenschip die het schouwspel verrijken, zijn geboren uit arme grondstoffen. Marcel Prins maakt van dubbeltjes kwartjes.
_____________________________________________________________
WIE BEN IK?
“Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten,
En zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon”
~ Willem Kloos
Op uitnodiging en met begeleiding van kunstenmaker Marcel Prins vertaalden de leerlingen van groep 5/6 op OBS De Tjongeling hun eigenste geheime ‘natuurlijke’ achtergrond tot een éénduidig positieve gezamenlijke sculpturale uitspatting. Van gewone vindsels groeide door hún samenspraak een uitzonderlijk coherent tijdsbeeld. Een verrassend inzicht in hun veelvormige fantasierijke binnenwereld.
JIJ & DE STIJL
Stijlloos kunstenaar en educator Marcel Prins nam de leergierige kinderen van De Trime, De Paedwizer, De Kubus en School Lyndensteyn mee in de heldere, primaire wereld van De Stijl. Zij maakten kennis met achtergrond, geschiedenis en hedendaagse voortgang van deze honderdjarige beweging. De regelmatige principes en Stijl-gedachten eigengemaakt gingen zij aan de slag met uiteenlopende materialen en werkvormen om uiteindelijk met hun individuele eigentijdse creaties een gezamenlijke ruimtelijke presentatie te maken. Een goed gerangschikte variatie, allemaal ‘doorgestoken kaart’.
Het resultaat wordt tijdens kunstweekend Beetsterzwaag (www.kunstweekend.frl) tentoongesteld in de Ontmoetingskerk.
Vandaag hebben de kinderen een goede start gemaakt.
Drukken met touw
Het vervolg na Tekenen met touw: afdrukken maken van de tekening. Het touw vormt een reliëf, waardoor de tekening kan worden ingeïnkt met een roller en blockprint. De tekeningen die klaar zijn, noemen we daarom vanaf dat moment drukvorm.
Thuis neem ik de proef op de som: neemt touw meer inkt op dan het papier eromheen en is het dan nodig om na elke druk opnieuw in te inkten? Ik wist al dat er vrij veel inkt rond het touw op het papier terecht zou komen. En dat de eerste afdruk nooit mooi is, want te vet. De derde en vierde afdruk blijken het mooist: de touwlijnen komen mooi zwart en gedetailleerd op het papier en rondom is de inkt voldoende ‘afgesleten’ voor een zachtgrijze toon.
Er zijn drie taken:
- de inktroller (die krijgt onvermijdelijk vieze handen)
- de papier– inlegger en -uithaler (schone handen!)
- de drukker (ook schone handen).
Ik doe het een keer voor. Op een werkblad staat precies wat ieder moet doen. En wat zo fijn is aan goede werkbladen: na een vragenrondje kunnen de leerlingen zelfstandig aan het werk. Groep acht gaat voortvarend aan de slag. Na enige tijd en alle drukte heb ik niet meer in de gaten wat iedereen aan het doen is. Gewoonlijk las ik dan een tussenstand in en vraag weer even centraal de aandacht, maar de leerlingen zijn heel zelfstandig en kunnen zo goed samenwerken dat ik ze het vertrouwen geef. Later zie ik zelfs dat een enkeling na de verplichte oplage van vier lekker aan het experimenteren is geslagen.
In groep zeven gaat het met iets meer structuur ook prima. De eerste afdruk blijkt zoals verwacht vaak een teleurstelling te zijn, want de tekening komt allesbehalve strak zwart-wit op het papier terecht. Soms is het papier verschoven en de tekening onscherp geworden. Na even doorzetten hebben alle leerlingen minstens een goede afdruk gemaakt. De vlekken gaan een verbinding aan met de lijnen, zo krijgt de afdruk een andere uitstraling dan de drukvorm. En dat vinden de leerlingen, net als ik, verrassend. Enkele leerlingen begrijpen dat ze juist met die vlekken kunnen ‘spelen’, gaan hier langer op door en maken er ware kunstwerkjes van.
Dansen op papier
De kinderen van groep vijf van OBS de Riemsloot krijgen een tekenopdracht. Het thema is de Bergfeesten, erfgoed in Appelscha. Ooit, lang geleden, georganiseerd voor de veenarbeiders zodat ze een keer per jaar uitbundig feest konden vieren in tenten op de Zandvlakte in het bos. Je kon er meedoen aan spelen, er was toneel en muziek en natuurlijk was er ruimte om te dansen. Geen echt feest zonder dans!
Leuk idee, slecht plan
Zie het voor je: een gymzaal vol ongeduldige kinderen. Twee diaprojectors en twee bouwlampen staan klaar om schaduwen te werpen op een tien meter lange strook papier aan de muur. De kinderen zullen tussen het licht en de muur gaan staan in een ‘bevroren’ danshouding. Ik heb bedacht dat ze elkaars schaduw gaan omtrekken op het papier. Alleen wil het papier niet aan de bakstenen muur blijven plakken. Bovendien schijnt de zon steeds feller door de projectie heen.
We doen het anders
De zon en de zwaartekracht winnen. Ik besluit mijn plan om te gooien en het papier op de grond te leggen. Groep vijf weet vast nog wel hoe ze vroeger, als kleuter, werden omgetrokken om een levensgroot zelfportret te maken.
Maar eerst doen we de muziek aan. De kinderen dansen door de gymzaal. Dan stopt de muziek. De kinderen bevriezen. Tenminste, dat is de bedoeling. Na twee keer oefenen gaat het goed en staan ze van het ene op het andere moment bevroren in hun danshouding. Hoe ziet dat eruit?
De groep wordt in tweeën verdeeld, anders passen ze niet op de 10 meter lange strook papier die op de grond ligt. De ene helft mag doorgaan met dansen. De andere helft werkt in drietallen: een van de drie gaat op het papier liggen in een danshouding. De andere twee ‘boetseren’ het lichaam voorzichtig in de juiste houding en trekken het om met een krijtje. Recht naar beneden en niet kietelen! Voor ieder kind een andere kleur. Daarna wisselen. De lijnen gaan door elkaar heen en dat is helemaal volgens plan.
Groep zes, na de pauze, kan meteen beginnen met dansen. Met muziekinstrumenten erbij wordt het nog moeilijker om op het stoppen van de muziek te letten. Bij het liedje ‘Storm op Zee’ maken de kinderen ook spontaan gebaren en plotseling ontstaat er een polonaise. Dat vormt een mooie overgang naar de tekenopdracht.
Aan het eind van de ochtend zijn er twee tien meter lange en anderhalve meter brede rollen papier vol getekend met dansende lijnen.
Ritme, patroon en motief
De tweede keer gaat alles volgens plan. De was- en oliekrijtjes liggen klaar. Nieuwe witte oliepastels achter de hand, om soms een kleur of structuur wat te verzachten. Het papier is aan de vloer vast geplakt en de kinderen hebben er zin in. Wat een creativiteit barst er los! Waar groep vijf vooral veel variatie laat zien, overleggen de leerlingen van groep zes over door elkaar heen stekende en overlappende vormen en hoe ze dit zo goed mogelijk kunnen inkleuren, zodat het effect van het patroon de figuren versterkt. En zijn ze trots? Allemaal!